PanLex

Nederlands Vocabulary

284058 entries from 156 sources
16 additional sources obtained by PanLex and waiting to be analyzed,
containing at least 14059118 entries in this language.
zijn mond houden
zijn mond voorbij praten
говори́ть необду́манно
  1. сказа́ть не к ме́сту
zijn mond voorbijpraten
zijn neus in de wind steken
zijn neus snuiten
zijn neus snuiten
zijn ongenoegen uiten
вопи́ть
  1. протестова́ть
  2. возмути́ться
  3. возопи́ть
  4. негодова́ть
  5. подня́ть крик
  6. возмуща́ться
  7. поднима́ть крик
zijn opwachting maken
представа́ть
  1. явля́ться
  2. яви́ться
  3. предста́ть
zijn opwachting maken bij
zijn pas versnellen
zijn plan trekken
zijn plicht ontlopen
уви́ливать
  1. безде́льничать
  2. сачкова́ть
  3. ло́дырничать
  4. уклоня́ться
zijn roes uitslapen
zijn schouders ophalen
zijnschoudersophalen
zijn schouders ophalen
zijn standpunt totaal wijzigen
zijn steentje bijdragen
zijn stempel drukken op
zijn stempel drukken op
zijn stem uitbrengen
zijn stem uitbrengen
zijn stem verheffen
zijn stoten aan
zijn straf uitzitten
zijn studie niet afmaken
zijns weegs gaan
zijn tenten opslaan
zijn tijd gehad hebben
zijn tijd ver vooruit
zijn tijd vooruit
zijn toestemming geven
согласиться
  1. соглашаться
zijn toevlucht nemen
прибегнуть
  1. прибегать
zijn tol eisen
zijn trekken thuiskrijgen
zijn vak verstaan
zijn van
zijn verdiende loon
zijn verstand verliezen
zijn veto stellen наложить вето
zijn veto uitspreken
zijn veto uitspreken over
zijn voordeel doen met
zijn voordeel doen met
zijn wil doordrijven
zijn zakken vullen
zijn zin geven
zijn zin krijgen
zijn zinnen bij elkaar houden
zijn zinnen gezet hebben op
Nederlands русский